Het was vrijdag precies honderd dagen geleden sinds er verkiezingen waren en er is nog geen dag onderhandeld over een nieuw kabinet. In de campagne werd juist gehamerd op een snelle formatie vanwege de economische crisis als gevolg van corona, maar ruim drie maanden later is die urgentie als sneeuw voor de zon verdwenen.
In april, twee weken na de verkiezingen, moest er direct aan een herstelplan worden gewerkt zodat Nederland richting de zomer "een vliegende start" kan maken. Dat was de belangrijkste boodschap van VVD-leider Mark Rutte in de dagen voordat de stembussen opengingen.
Het liep allemaal anders. In plaats van het werken aan de eerste contouren van een vliegende start, overleefde Rutte op 1 april ternauwernood een motie van wantrouwen. Er werd met man en macht gewerkt om de VVD-leider in het zadel te houden en weer op poleposition te zetten voor kabinetsdeelname. Dat lukte, maar de formatie zit nog steeds muurvast.
Hoe meer aandacht er ging naar het herstel van de vertrouwenscrisis, hoe verder de urgentie om tot een snelle formatie te komen naar de achtergrond verdween. Rutte en D66-leider Sigrid Kaag kunnen in alle rust aan hun opzet tot een regeerakkoord schrijven. Hoe is die omslag er zomaar gekomen?
De Ridderzaal op het Binnenhof, het decor waar al honderd dagen wordt geformeerd.
Alarmerende cijfers ebben weg
De grootste vijand van de formatie lijkt opeens veranderd in een vriend: tijd.
Alarmerende cijfers over corona en de economie ebben langzaam weg. Het aantal positieve besmettingen daalt al weken, net zoals de intensivecare- en ziekenhuisopnames. Tegelijkertijd worden er zo'n anderhalf miljoen vaccins per week toegediend.
Met de economie gaat het ook stukken beter. Er werd fors geld uitgetrokken om bedrijven die acuut dicht moesten overeind te houden. Volgens de Algemene Rekenkamer staat de teller op 76 miljard euro. Ter vergelijking: dat is ongeveer net zoveel als de begrotingen van Defensie, Infrastructuur, Onderwijs en Justitie bij elkaar.
Toch is dat geen reden tot paniek. Nederland komt namelijk financieel sterker uit de crisis dan verwacht, bleek deze week uit ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). De groeiverwachting is naar boven bijgesteld en ook de arbeidsmarkt heeft niet al teveel schade opgelopen.
CPB: 'Je kunt niet meer zeggen: het is crisis'
Hoewel de overheidsfinanciën een flinke klap kregen, zie de 76 miljard euro voor de steunpakketten, gaan ook hier geen alarmbellen af. Het overheidstekort komt uit op 1,5 procent. "Overzichtelijk na zo'n zware crisis", zegt CPB-directeur Pieter Hasekamp. Hij noemt de economische schade voor de komende kabinetsperiode "beperkt".
"Formeel kun je niet meer zeggen: het is crisis dus er moet snel een kabinet komen. Dat was misschien een tijdje de redenering, maar dat kun je op basis van de laatste cijfers niet meer volhouden", aldus Hasekamp.
Dat wil niet zeggen dat de formatie eindeloos kan duren. Er liggen dossiers op de plank die aandacht vragen. Neem de dossiers rond stikstof en PFAS die zijn verbonden aan rechterlijke uitspraken. Als je daar niets aan doet, dan gaat dat ten koste van de woningbouw en investeringen in infrastructuur.
Hasekamp stipt ook specifiek de schuldenberg aan die gedurende de coronacrisis is opgebouwd door veel ondernemers. "Er moet een oplossing komen voor bedrijven met een onhoudbare schuld maar die wel levensvatbaar zijn."
Hoewel het economisch voor de wind gaat, zegt dat niet alles over de achterstanden in het onderwijs en in de reguliere zorg, benadrukt de CPB-directeur. Ook op mentale problemen valt geen financieel plaatje te plakken. "Kijk naar de jongeren. Die hebben echt een beroerd jaar achter de rug."
Sigrid Kaag en Mark Rutte beginnen samen alvast aan een regeerakkoord.
Demissionair kabinet wil meer dan alleen op winkel passen
En de begroting voor volgend jaar? Ook dat is in de formatie geen reden om op te schieten. Een demissionair kabinet hoort in de regel op de winkel te passen, maar Rutte zei in januari nadat zijn kabinet was afgetreden vanwege het toeslagenschandaal dat hij op corona nog gewoon 'missionair' is.
Hoe ver dat reikt, wordt steeds meer duidelijk. De miljarden voor de steunpakketten werden al met instemming van de Kamer door het zittend kabinet uitgegeven en dat blijft ook zo. Eind mei ging er nog een rekening van 6 miljard euro uit.
Vanuit de huidige coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, die zijn meerderheid heeft behouden, klinkt nadrukkelijk de wens om voor 2022 geen beleidsarme begroting te maken.
ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers wil bijvoorbeeld dat er ook besluiten worden genomen over stikstof, de woningbouw en de gezondheidszorg. Rutte sprak met informateur Mariëtte Hamer over wat er "post corona" allemaal in de volgende begroting moet "landen".
Wordt dit een 'normale' formatie?
Oppositiepartijen zitten in een lastig parket. GroenLinks-leider Jesse Klaver zal bijvoorbeeld niet snel tegen extra klimaatplannen stemmen om aan het Urgenda-vonnis te voldoen. Hetzelfde geldt voor PvdA'er Lilianne Ploumen als er meer geld naar onderwijspersoneel zou gaan. Deze twee partijen maken bovendien nog kans op een plek aan de formatietafel en willen hun mogelijk toekomstige coalitiepartners niet voor de voeten lopen.
Hamer was er deze week zelf ook duidelijk over. Er zijn op het gebied van bijvoorbeeld verduurzaming, digitalisering en de gezondheidszorg al keuzes gemaakt. Die staan allemaal in haar eindverslag en kunnen "vrij gemakkelijk" in de begroting voor volgend jaar worden uitgewerkt.
Het lijkt er steeds meer op dat het een normale formatie is geworden, die duurt gemiddeld 94 dagen. Duurt het toch wat langer dan gehoopt? Dan is er nog een zittend kabinet dat de noodzakelijke besluiten kan nemen, zei Rutte al op 4 juni.
Niemand heeft meer haast in de formatie, is het nog wel crisis? - NU.nl
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar