N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Formatie De formatie zit weer in een impasse na de blokkade van rechts tegen samenwerking met links. Een minderheidscoalitie lijkt de laatste optie.
Iets na het middaguur klonk dinsdag op het Binnenhof een woord dat voor de zomer al eens had geklonken. De vorming van een nieuw kabinet, zei D66-leider Sigrid Kaag, zit in een „impasse”. Het was dezelfde constatering die informateur Mariëtte Hamer vlak voor het zomerreces al had gedaan. Een gezamenlijk formatiestuk van VVD en D66, hoopte ze, had de formatie deze zomer juist úít de impasse moeten halen.
Maar dinsdag bleek dat, in de woorden van ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers, „alle wegen naar een meerderheid onbegaanbaar” zijn. Omdat CDA-leider Wopke Hoekstra en VVD-leider Mark Rutte ’s ochtends aan de twee linkse leiders Jesse Klaver (GroenLinks) en Lilianne Ploumen (PvdA) duidelijk maakten niet te willen samenwerken met allebei. En omdat Segers kort daarop informateur Hamer liet weten „grote, grote verschillen” te zien tussen zijn ChristenUnie en het formatiestuk van de twee liberale partijen.
Wat op dag 166 na de verkiezingen lijkt te resteren is een optie die in Nederland zelden stabiel is gebleken: een minderheidskabinet, waarin VVD en D66, eventueel aangevuld met CDA, voor elk afzonderlijk plan steun in de Tweede Kamer moeten vinden. Gezamenlijk hebben de drie partijen 73 van de 150 Kamerzetels – drie zetels te weinig voor een meerderheid.
Samenwerking met oppositie
Die optie kwam ’s ochtends al op tafel te liggen, toen Rutte en Hoekstra de twee linkse leiders een lange lijst argumenten voorlegden om uit te leggen waarom ze niet willen samenwerken. Het zou tot te veel instabiliteit leiden, dachten ze, want hoewel de twee fracties gezamenlijk zouden optrekken, blijven het twee afzonderlijke partijen, met verschillende achterbannen en verschillende partijcongressen. Ook probeerden ze links van elkaar los te weken. Konden ze bijvoorbeeld niet iets verzinnen waarbij één partij mee zou regeren en de andere partij in de oppositie zou werken aan de linkse beweging die ze zo graag willen? Dat wilden Klaver en Ploumen niet, herhaalden ze.
Waarna Rutte een handreiking deed: of ze wel wilden samenwerken met een minderheidskabinet, dat genoeg plannen zou bevatten om hun achterbannen tevreden te stellen. Wat op links de vraag opriep waarom ze zo’n kabinet wél zouden moeten steunen, maar er géén onderdeel van mogen uitmaken.
Met zijn afwijzing van twee linkse partijen voegde Rutte zich naar de wensen van CDA-leider Hoekstra, die in juni voor het eerst had gezegd niet met allebei te willen. Tot die tijd had Rutte geen problemen gehad met samenwerking met beide linkse partijen; pas nadat Hoekstra steeds vocaler werd over zijn bezwaren sprak ook Rutte zich er nadrukkelijk tegen uit. Maar achter de schermen merkten de twee linkse partijen dat Rutte zich niet onwelwillend opstelde. In de zomer, na haar vakantie, had Ploumen nog contact met Rutte. De VVD-leider had toen nog gepoogd mee te denken over hoe de linkse samenwerking tot coalitiedeelname kon leiden. Dinsdag, bij de informateur en met Hoekstra erbij, bleek die ruimte er bij Rutte niet meer te zijn.
Probleem voor D66
Dat de twee linkse partijen nu definitief geblokkeerd worden van formatiedeelname, levert een probleem op voor D66. Partijleider Sigrid Kaag zegt al sinds de campagne een „zo progressief mogelijk kabinet” te willen. Zónder de twee linkse partijen wordt dat onmogelijk. Ook omdat steun voor progressieve plannen van een minderheidskabinet geen vanzelfsprekendheid is. De rechtse Kamermeerderheid zou dan bijvoorbeeld plannen over migratie en klimaat kunnen blokkeren. Tenzij de coalitiepartijen harde afspraken maken. Maar té strikte afspraken gaan juist weer in tegen het idee van een minderheidskabinet dat via het politieke debat naar afzonderlijke steun in de oppositie zoekt.
De vooralsnog gebroken wens van een progressief kabinet betekent voor D66 ook dat het de verkiezingswinst in de onderhandelingen niet heeft weten te verzilveren. Waar het de VVD wel is gelukt vast te blijven houden aan het CDA, een partij die al maandenlang in crisisstand zit, lukte het de sociaal-liberalen niet om überhaupt formatiegesprekken te beginnen met hun voorkeurscoalitie.
Eindverslag informateur
De komende dagen moet blijken of informateur Hamer nog wél begaanbare wegen naar een meerderheidscoalitie ziet. De zes partijen die de afgelopen maanden met elkaar spraken kwamen voort uit de gesprekken die Hamer na haar aantreden half mei voerde met alle partijen. Zo’n ronde kan ze nu opnieuw doen.
Volgens betrokkenen ziet met name CDA-leider Hoekstra in de zoektocht naar een meerderheid wel iets in gesprekken met partijen die de laatste maanden niet meespraken, zoals Volt. Hamer legt deze dagen de laatste hand aan haar eindverslag, dat vervolgens nog ingezien wordt door de zes partijen die er de afgelopen maanden onderling niet uit wisten te komen. Daarna kan de rest van de Tweede Kamer zich over de formatie uitspreken in een debat.
Lees het laatste nieuws over de formatie in ons formatieblogHet stuk van de VVD en D66 had de formatie juist úít een impasse moeten halen - NRC
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar