„Dat betekent simpel gezegd dat dividend, rente, huur minus kosten, jaarlijks belast worden”, aldus Van Rij over het reële rendement. Het kabinet en de Tweede Kamer willen al langer de daadwerkelijke opbrengsten van vermogen belasten (in plaats van het vaste ’fictieve’ rendement in de oude spaartaks), maar de Belastingdienst kan dit pas vanaf 2025 aan. De nieuwe taks wordt dus niet alleen een vermogensrendementsheffing, maar ook een belasting op ’vermogensaanwas’: als aandelen of onroerend goed in waarde stijgen, wordt over die meerwaarde óók belasting gevraagd. Waardedalingen worden juist aftrekbaar.
„De burger wil best belasting betalen over dat wat hij ook daadwerkelijk genoten heeft”, zegt Van Rij. Daarom denkt hij dat mensen met geld in bijvoorbeeld beleggingen best bereid zullen zijn een tarief te betalen over wat zij daaraan verdiend hebben. Het probleem met de spaartaks was juist dat deze voor spaarders weinig te maken had met het daadwerkelijke rendement dat zij behaalden op hun spaarcenten.
In het nieuwe systeem blijft „in wezen het skelet van box 3 overeind”, zegt Van Rij over de ’vermogensbox’. Dat er een belasting komt op vermogensaanwas betekent wel dat de inkomsten voor de schatkist afhankelijker zullen worden van de beurs en economische ontwikkelingen. Een goed beursjaar betekent dat aandelen in waarde stijgen, en daar wordt dus belasting over betaald vanaf 2025. Dat betekent „dat je als staat wat minder exact kan ramen”, geeft Van Rij toe. Maar dat effect zal beperkt zijn, denkt hij.
Luister ook naar de podcast Kwestie van Centen over het spaartaks-schandaal:
Kabinet wil vanaf 2025 rendement én groei van vermogen belasten - Telegraaf.nl
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar