Staatssecretaris Van Rij laat onderzoeken of hij de problemen met de vermogenstaks kan oplossen door onroerend goed van box 3 naar box 1 te verplaatsen. Volgens vastgoedhoogleraar Tom Berkhout is een nieuwe box 4 een veel betere oplossing. Het Register Belastingadviseurs houdt juist vast aan box 1.
Nu de vermogensrendementsheffing door de Hoge Raad is afgeschoten, denkt het kabinet aan een vermogensaanwasbelasting. Hiermee kan de werkelijk behaalde opbrengsten uit vermogen worden belast in plaats van dat wordt uitgegaan van een fictief rendement. Probleem is echter dat directe inkomsten, zoals rente op spaartegoeden, dividenden uit aandelen en huuropbrengsten uit vastgoed, makkelijk zijn vast te stellen. Dit geldt niet voor winsten uit de waardeontwikkeling van vakantiehuizen, beleggingspanden en grond. Die kan sterk uiteenlopen en is bijvoorbeeld afhankelijk van de locatie in Nederland. Het zou de fiscus veel tijd kosten om voor elke onroerende zaak de prijsbeweging te bepalen.
Naar box 1
Staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit, CDA) liet de Tweede Kamer vorige week weten dat hij de mogelijkheden laat uitwerken om al het inkomen uit particulier vastgoed in box 1 te belasten. Volgende week vindt overleg plaats met de Kamer. Van Rij heeft haast want de beoogde invoerdatum van de nieuwe vermogensaanwasbelasting is 1 januari 2027.
In het Nederlandse Tijdschrift voor Fiscaal Recht (NTFR) stelt vastgoedhoogleraar Tom Berkhout een andere oplossing voor. Hij denkt dat een nieuwe belastingbox (box 4) voor onroerend goed de problemen van het kabinet kan tackelen. Box 4 kan een platte vermogensbelasting zijn, een jaarlijks te betalen percentage van de vermogenswaarde. Volgens Berkhout is een tarief van 1% voor zo’n belasting voldoende om de bijdrage van vastgoed aan de box 3-opbrengst (€4,3 mrd in 2019) op peil te houden.
Cashproblemen
In het artikel wijst Berkhout op een extra complicatie van de vermogensaanwasbelasting voor onroerend goed. Niet alleen is de waardeontwikkeling van heel divers vastgoed moeilijk vast te stellen, ook kan een vermogensaanwasbelasting voor deze vermogenssoort tot liquiditeitsproblemen leiden. Bezitters van een vakantiehuis met weinig vermogen en een modaal inkomen kunnen in liquiditeitsproblemen komen als ze belasting moeten betalen over de waardestijging van hun recreatiewoning. Dit maakt de vermogensaanwasbelasting voor onroerend goed juridisch kwetsbaar, aldus Berkhout. Ook de landsadvocaat heeft daarvoor gewaarschuwd in een advies aan Van Rij.
Register Belastingadviseurs
Het Register Belastingadviseurs (RB) bepleitte eerder deze week om werkelijke vermogensinkomsten net als inkomen uit onder meer arbeid in box 1 te belasten. Daardoor wordt aangesloten bij een beproefde systematiek van belastingheffing, schrijft het RB in een visiestuk aan de vooravond van het Kamerdebat Toekomst box 3 op 9 mei. ‘Box 3 is al jaren een belastingtechnische en juridische uitdaging, wegens de forfaitaire rendementen die leiden tot onevenredige heffingen. Het Kerstarrest van de HR heeft dit acuut aan het licht gebracht. Het RB voorziet dat er een eindeloze discussie en juridische strijd zal blijven bestaan zolang er met deze forfaitaire rendementen wordt gewerkt. Op het moment dat vanaf 2027 werkelijke inkomsten uit vermogen worden belast, is het verstandiger om box 3 in het geheel te schrappen en deze in box 1 te belasten’, aldus Sylvester Schenk, fiscaal directeur van het RB.
'Vakantiewoning en beleggingspand niet naar box 1 maar naar box 4' · Accountancy Vanmorgen - Accountancy Vanmorgen
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar