N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Klimaatbeleid
Minister Rob Jetten (Klimaat, D66) schetste bij de presentatie van zijn klimaatplannen vorige week met bevlogenheid een visioen van hoe Nederland er in de toekomst uit kan zien. Een land dat zijn eigen hernieuwbare energie produceert en niet meer afhankelijk is van fossiele energie uit „bedenkelijke regimes” van „types als Poetin”, een schonere samenleving met comfortabele, goed geïsoleerde huizen, omringd door „bossen, bomen en ander groen”, met burgers die niet meer zuchten onder een hoge energierekening.
Het is te hopen dat zijn enthousiasme overslaat op burgers en bedrijven, zodat zij grif gebruik gaan maken van de subsidiepotten die hij instelt om dit toekomstbeeld dichterbij te brengen. Met 120 maatregelen, die tot 2030 in totaal 28 miljard euro kosten, doet Jetten een kloeke poging de vergroening van Nederland te versnellen. Als coördinerend minister voor het klimaatbeleid heeft hij er vijf weken lang met de andere betrokken ministers over onderhandeld. Dat Rutte IV in dit onzekere politieke getij, waarin de scheuren in de coalitie duidelijk zichtbaar zijn, er in geslaagd is tot eenheid te komen verdient alle lof.
Natuurlijk valt genoeg te somberen over de inhoud van de afspraken. Het is lang niet zeker of deze voorstellen zullen leiden tot minimaal 55 procent minder uitstoot van broeikasgassen in 2030. Dat is wel nog steeds de ambitie die het kabinet heeft. Eerdere maatregelen uit het coalitieakkoord kwamen uit op hooguit 50 procent reductie ten opzichte van 1990.
Een werkgroep van ambtenaren kwam recentelijk met gedegen voorstellen die Jetten lang niet allemaal heeft overgenomen. Volgens dat rapport moet er nog eens 22 megaton CO2 minder worden uitgestoten, een zevende van wat er nu de lucht in gaat. Het is twijfelachtig of deze plannen daarvoor toereikend zijn. Een doorrekening is er nog niet, het Planbureau voor de Leefomgeving moet die nog maken.
Dat zal niet makkelijk zijn, omdat essentiële onderdelen nog niet zijn uitgewerkt. Ten eerste de verduurzaming van de landbouw, die – naast de stikstofaanpak – moet worden geregeld in het Landbouwakkoord. De onderhandelingen daarover lopen uiterst stroef. Ook voor de industrie zijn weinig concrete afspraken gemaakt, behalve dat de CO2-heffing wordt verhoogd en verlengd. Ook op weg naar een uitstootvrij elektriciteitsnetwerk in 2035, zoals Jetten wil, zijn er nog veel onzekerheden. Windmolens en zonneparken produceren niet altijd voldoende stroom, en met de twee kerncentrales die het kabinet wil bouwen is in de plannen terecht nog geen rekening gehouden.
Maar er is ook zeker een zonzijde. Met dit pakket komt verduurzaming meer binnen het bereik van mensen met een lager of middeninkomen. Meer mensen dan voorheen kunnen renteloos een lening afsluiten voor isolatie, of met subsidie een tweedehands elektrische auto kopen. Huurders in een koude, energieslurpende woning worden eveneens geholpen: de huisbaas moet zo’n huis snel verbeteren, anders mag het vanaf 2029 niet meer verhuurd worden.
Dat soort strafmaatregelen zijn in de minderheid. Jetten hanteert meer de wortel dan de stok. Er komt (nog) geen extra belasting op vliegreizen, geen vleestaks, geen verbod op fossiele leasauto’s. Het politieke draagvlak voor strenge ingrepen is er nu niet. Wel gaat de minister er terecht van uit dat burgers meer bereid lijken te zijn om zelf iets te doen tegen klimaatverandering. Het is goed dat Rutte IV dat momentum benut. Een schoon en groen Nederland mag niet alleen een utopie blijven.
Wat vindt NRC | Plannen van Jetten brengen een schoon en groen Nederland dichterbij - NRC
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar