GroenLinks en de PvdA gaan met een gezamenlijk team de onderhandelingen in de kabinetsformatie voeren, met als doel een zo progressief mogelijk kabinet te kunnen vormen. De fracties worden samengevoegd om gezamenlijk standpunten te kunnen bepalen. Van een fusie is geen sprake: mocht er geen kabinet met de PvdA en GroenLinks komen, dan gaan beide partijen gescheiden in de oppositie. De leden van de PvdA geven hierover zaterdag hun oordeel; die van GroenLinks worden geïnformeerd.
Met hun plan lijken de partijleiders Ploumen en Klaver zich te hebben verslikt. Hun gezamenlijke ‘formatiefractie’ lijkt een opmaat naar een fusie te zijn, of beiden dat nu willen of niet. Hun voorstel zal zaterdag ongetwijfeld door veel PvdA-leden vanuit dat perspectief worden beoordeeld – en dat terwijl een breed draagvlak voor een fusie momenteel ontbreekt, mede door het top-down initiatief van de beide partijleiders en de indruk die is ontstaan dat zij met hun plan aan eisen van VVD en CDA tegemoet willen komen.
Eindstation
Waarom lijkt fusie het eindstation van de formatiefractie? Wanneer GroenLinks en PvdA gezamenlijk tot het kabinet toetreden, zou het uiterst merkwaardig zijn als de beide fracties, die verantwoordelijk zijn voor de gezamenlijke inbreng vanuit hun partijen in het regeerakkoord, weer uit elkaar gaan en de komende jaren apart in de Tweede Kamer opereren. Helemaal omdat de blokvorming nu juist bedoeld is om de reserves van VVD en CDA weg te nemen ten aanzien van een vijfpartijenkabinet met één voor een Kamermeerderheid overbodige linkse partij (PvdA of GroenLinks).
Maar ook als PvdA en GroenLinks in de oppositie belanden, is het vreemd als hun fracties het afzonderlijk tegen het kabinet opnemen. Waarom wel een gezamenlijke fractie om in het kabinet te komen en niet om het linkse en progressieve geluid vanuit de oppositie zo krachtig en overtuigend mogelijk te laten klinken? Dat valt niet goed aan de kiezer uit te leggen.
Met andere woorden: GroenLinks en de PvdA zijn met deze constructie hun geloofwaardigheid als onafhankelijk van elkaar opererende, autonome partijen met een eigen onderscheidend program kwijtgeraakt, voor zover dat al niet eerder het geval was, gezien hun grote programmatische overeenkomsten.
Ingeslagen weg
Hoe kunnen beide linkse partijen zich straks nog separaat aan de kiezer presenteren, als zij tijdens de kabinetsformatie inhoudelijk op voor de regeringsvorming cruciale dossiers samen tot overeenstemming kunnen komen en organisatorisch gemeenschappelijk kunnen optreden (onderhandelingsteam, geïntegreerde fractie). Op deze ingeslagen weg lijkt fusie vroeger of later het logische eindstation. De weg terug zou de positie van beide partijen schaden: elkaar zo dicht genaderd zijn en dan toch weer uit elkaar gaan.
Nu lijkt de tijd ook rijp voor een fusie van de PvdA en GroenLinks. Structurele electorale achteruitgang, afkalvende machtsposities en een ideologische crisis vergroten doorgaans de bereidheid tot samensmelting van partijen wanneer die programmatisch verwant zijn en in sociaal-demografisch opzicht niet veel van elkaar verschillen. Dat leert de totstandkoming van de fusiepartijen CDA (1980), GroenLinks (1990) en de ChristenUnie (2000). In belangrijke mate gelden deze omstandigheden voor de PvdA en GroenLinks.
Electoraal is de PvdA is nog maar een schim van de vroegere machtspartij: in 1986 had zij nog 52 Kamerzetels, in 2012 nog 38 en in 2017 slechts negen. Herstel bleef dit jaar uit. GroenLinks verloor bijna de helft van zijn zetels – het ‘Jesse-effect’ van 2017 bleek geheel uitgewerkt. Niet alleen zijn beide partijen qua zeteltal momenteel nagenoeg even groot, ook naderen de ledentallen elkaar (41 duizend voor de PvdA, 33 duizend voor GroenLinks). Van een overname van GroenLinks door de PvdA is dan ook geen sprake meer.
In sociaal-demografisch opzicht zijn de PvdA-kiezers veel ouder dan die van GroenLinks, maar zij verschillen nauwelijks in het (hoge) opleidingsniveau van elkaar. Programmatisch lijken de PvdA-kiezers ‘heel sterk’ op die van GroenLinks, aldus politicoloog Matthijs Rooduijn, al zijn ze doorgaans iets gematigder. In de Tweede Kamer stemmen de beide fracties vaak hetzelfde.
Brug te ver
Ondanks deze convergentie is voor een deel van de ledenaanhang van PvdA en GroenLinks een fusie een brug te ver. Verwonderlijk is dat niet: aan de fusies van het CDA, GroenLinks en de ChristenUnie ging een lange periode van electorale samenwerking bij de verkiezingen voor gemeenteraden, Provinciale Staten en het Europees Parlement vooraf (met lijstverbindingen en gemeenschappelijke verkiezingsprogramma’s en kandidatenlijsten). Zo werden aan de basis psychologische barrières tussen de partijen geslecht en de geesten voor fusie rijp gemaakt, waarna als sluitstuk zich de organisatorische integratie op landelijk niveau voltrok. Bij de PvdA en GroenLinks is hiervan veel minder sprake geweest, met als gevolg dat er momenteel geen draagvlak lijkt te zijn.
Formeel is een fusie niet aan de orde, maar Ploumen en Klaver hebben met hun voorstel tot een formatiefractie hun partijen op een top-down manier wel in die richting gemanoeuvreerd. Zaterdag zal moeten blijken of de ledenachterban van de PvdA al zover is. Als die (mede van de zich aftekenende mogelijkheid van fusie) nee zegt, dan is niet alleen de positie van de PvdA en GroenLinks in de kabinetsformatie hoe dan ook ernstig verzwakt, maar ook die van Ploumen. Er is dan niet alleen een nieuw groot probleem in de kabinetsformatie, maar ook binnen de PvdA.
Gerrit Voerman is hoogleraar en directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de Rijksuniversiteit Groningen.
Opinie: 'Formatiefractie' van GroenLinks en PvdA lijkt opmaat tot fusie, maar zonder draagvlak onder partijleden - Volkskrant
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar