Sanne Postma (39), spoedeisende hulp-arts van het Zuyderland in Heerlen:
‘Normaal gaat de spoedeisende hulp (SEH) natuurlijk nooit dicht. Maar zondag lagen alle 24 bedden vol, vooral met coronapatiënten. Toen moesten we noodgedwongen een opnamestop voor covidpatiënten afkondigen. Dat is verschrikkelijk. Ambulances met nieuwe patiënten moeten dan rondjes rijden op zoek naar een SEH in een ander ziekenhuis.
‘Wat meespeelt, is dat coronapatiënten complexe zorg nodig hebben. Iemand die zijn pols heeft gebroken, is meestal na een foto, gips en pijnstilling binnen drie kwartier weer vertrokken. Maar bij een coronapatiënt duurt het wel twee tot drie uur voordat ze doorstromen. Zorgverleners moeten zich ook steeds omkleden wanneer ze een kamer binnengaan van iemand die coronapositief is.
‘Het is soms zo vol dat we patiënten op de gang moeten leggen. Dat zijn natuurlijk niet de mensen die corona hebben, maar zij die bijvoorbeeld hun pols hebben gebroken. De drukte op de SEH heeft ook te maken met de moeilijke doorstroming naar de corona- of ic-afdeling in het ziekenhuis, of naar een verpleeghuis. Alles zit vol.
‘Pas maandagavond kwam er wat meer lucht, omdat andere ziekenhuizen buiten Limburg bereid waren patiënten over te nemen. Maar met de oplopende besmettingscijfers kan het zo weer gebeuren. De vierde golf is begonnen, en het is de vraag wanneer die stopt. We zijn één team met een gemeenschappelijke taak: mensen helpen. Maar de verslagenheid is groot. Ik krijg mijn team niet meer echt geënthousiasmeerd.’
Iwan van der Horst (50), hoofd intensive care UMC Maastricht en Laurentius Ziekenhuis (Roermond)
‘Ook in Roermond zitten we soms dicht tegen een opnamestop aan, zoals in Noord- en Midden-Limburg het geval is. Patiënten liggen dan op de verkeerde afdeling, hebben niet direct de specialisten om zich heen die ze eigenlijk nodig hebben. We lopen tegen de grens aan. Soms denk ik: als er nog iemand bij komt, waar moet die dan naar toe? Zo spannend is het.
‘Ook ik loop in deze fase tegen mijn grens aan. Het is geen eerzucht dat ik sinds kort hoofd intensive care ben in twee ziekenhuizen. Maar mijn Roermondse voorganger kon simpelweg niet langer. Dat betekent wel dat ik naast slapen vrijwel niks anders doe dan werken.
‘Dat wij nu tegen een zorginfarct aan schampen, heeft drie redenen. De acute zorg neemt toe, er is gepoogd achterstallige zorg in te halen, en er is een personeelstekort. Het verzuim loopt in deze regio op tot 15 procent. Mensen komen naar me toe en zeggen: ik kan gewoon niet meer. Daar zit geen onwil bij. Wij spelen wedstrijd na wedstrijd zonder even uit te kunnen rusten in de kleedkamer.
‘Het helpt daarbij niet dat de doorstroming stagneert. Zowel verpleeghuizen als ziekenhuizen buiten de regio zijn minder in staat om onze patiënten over te nemen. Ik kan me daar kwaad om maken, maar wat voor zin heeft dat? Het is een symptoom dat blijkbaar ook elders de capaciteit bereikt is. Dat zou ons landelijk aan het denken moeten zetten, dit is geen Limburgse zaak.’
Clarissa Scheeren (60), intensivist in het Zuyderland in Heerlen
‘Het is wel voorgekomen dat we geen enkel bed meer vrij hadden op de ic, alleen nog het calamiteitenbed. Dan moet je snel wat regelen, intern of extern, voor het geval dat er een nieuwe patiënt komt. Dat is heel spannend en intensief.
‘Ik heb een sterk déja vu-gevoel: net als begin vorig jaar worden we overspoeld met coronapatiënten. Dit trekt een zware wissel op alle collega’s. Het is eigenlijk sinds begin vorig jaar continu crisis. Het moet uit de lengte of de breedte komen, maar die lengte duurt al zo lang. Je kunt je niet steeds voor 120 procent inzetten. Mede daarom is het ziekteverzuim hoog, zo’n 13 procent.
‘Het vergt heel veel van iedereen, niet alleen fysiek maar ook mentaal. Acht van de tien coronapatiënten op onze ic zijn niet gevaccineerd. Soms moet je discussies voeren met familieleden die het virus ontkennen of een andere behandeling willen omdat ze daarover op internet hebben gelezen. Er is zoveel desinformatie. Sommige mensen hechten meer waarde aan de mening van hun buurman of bronnen op internet dan die van deskundigen van het OMT.
‘Het vergt soms ook tijd om mensen te overtuigen van de ernst van deze ziekte. De afgelopen week zijn drie patiënten op onze ic overleden aan covid. Er is wel een groot verschil met vorig jaar: toen hadden we nog geen vaccin, nu wel. Toch proberen we elke patiënt, gevaccineerd en niet-gevaccineerd, met volle inzet te helpen.’
Irene Creemers (47), ic-verpleegkundige St. Jans Gasthuis in Weert
‘Er is op dit moment absoluut minder doorstroming. Onze intensivisten krijgen vaak te horen dat er geen plek is in andere ziekenhuizen om patiënten over te plaatsen. Daar lijkt nu langzaam wat beweging in te komen. Maar het is ook moeilijk om aan familieleden te vertellen dat ze naar een ziekenhuis in Amsterdam of Rotterdam moeten, terwijl ze hun dierbare dichtbij willen hebben.
‘Frustrerend, dat mijn werk nu wordt beïnvloed door dit soort randzaken. Ik lever met liefde zorg aan patiënten, daarom heb ik dit vak gekozen. Maar er leven nu continu zorgen in mijn achterhoofd. Helpen ze ons wel goed genoeg van hogerhand? Is er nog wel voldoende plek voor een volgende patiënt? Wat als er nog iemand ziek wordt?
‘De intensiteit in dit werk heeft me altijd aangesproken. Nu mis ik vaak zorgeloze vrije dagen. Je bent altijd voorbereid op het appje of een telefoontje met de vraag om toch te komen werken. Samen proberen we dat op te lossen. Maar deze nieuwe golf is wel zwaar.
‘Het gaat vaak over de ic, maar onderschat de druk op onze reguliere verpleegafdelingen ook niet. Daar zijn de personeelstekorten nog groter. Het is begin oktober zelfs voorgekomen dat er een patiënt op de ic terecht kwam terwijl deze nog niet ic-behoeftig was, puur en alleen omdat er daar geen plek meer was. Maar goed: dat hebben we liever dan dat ze niet opgenomen kunnen worden. Nu is overigens de ic weer vol met ic-behoeftige patiënten.’
Limburgse zorgverleners zitten aan hun tax: 'Naast slapen doe ik vrijwel niks anders dan werken' - Volkskrant
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar