Deze analyse moet voor de zomer klaar zijn. ‘Mocht de NZa op basis van de impactanalyse concluderen dat er gegronde inhoudelijke redenen zijn om een andere keuze te maken over de locaties, dan ben ik als gezegd bereid om dit te heroverwegen’, schrijft Kuipers aan de Kamer, die komende week tweemaal over de kinderhartchirurgie debatteert. Daar geeft hij wel een belangrijke randvoorwaarde aan mee: de mogelijkheid om toch drie centra aan te wijzen is er niet, de zorg zal sowieso geconcentreerd gaan worden in twee ziekenhuizen.
Met het uitstel voegt de minister nóg een hoofdstuk toe aan een hoofdpijndossier waar de academische ziekenhuizen in Nederland al drie decennia over steggelen. Al in 1993 concludeerde de Gezondheidsraad dat het voor de jonge hartpatiëntjes beter zou zijn als zij in minder ziekenhuizen terecht zouden kunnen.
Hartchirurgie na een aangeboren hartafwijking is uiterst complex. Er zijn 1800 soorten afwijkingen, een babyhart is niet groter dan een babyvuistje, en chirurgen hebben tientallen jaren aan opleiding nodig totdat zij de finesses van het vak helemaal onder de knie hebben. Concentreer je die zorg, dan kunnen artsen sneller ervaring op doen, beter informatie uitwisselen, en worden hun dienstroosters minder zwaar, waardoor ze ook af en toe kunnen uitrusten.
Maar ondanks talloze rapporten en grote overeenstemming onder alle artsen dat concentratie van zorg hoog nodig is, kwamen de ziekenhuizen nooit tot een vergelijk wáár die zorg dan zou moeten plaatsvinden. Zoals Kuipers in zijn brief schrijft: ‘Het probleem is dus dat iedereen vóór concentratie is, maar niemand de consequenties ervan wil dragen.’
Tot ieders grote verrassing hakte voormalig minister Hugo de Jonge vlak voor de kerstvakantie opeens de knoop door. Leiden en Groningen zouden de kinderhartchirurgie verliezen, Rotterdam en Utrecht mochten ermee door.
Intensieve lobby
Dat besluit leidde tot een storm van ongeloof en verontwaardiging in Leiden (en Amsterdam, waarmee Leiden samenwerkt) en in het noorden van het land. De ziekenhuizen tuigden een intensieve lobby op, die zeker niet alleen meer ging over de kwaliteit en de toekomst van de kinderhartchirurgie.
Volgens de ziekenhuizen was het besluit van de minister totaal niet onderbouwd - en als het al onderbouwd was: op verkeerde gronden. Een besluit bovendien dat, omdat de kinderhartchirurgie zo verweven is met alle andere afdelingen van een academisch ziekenhuis, zou leiden tot een tekort aan kinder-ic-bedden, tot een ineenstorting van wetenschappelijke know-how. Het zou niet eerlijk zijn omdat Utrecht ook al álle kinderoncologie binnen de muren heeft en het besluit zou de kinderpatiëntveiligheid in het gehele noorden van het land in gevaar brengen. En trouwens, was Groningen niet al genoeg geraakt door het hele gaswinningsdossier?
Om al die bezwaren te onderzoeken, vraagt Kuipers de NZa nu dus om een impactanalyse. Uit de brief van Kuipers blijkt dat het ErasmusMC zich vooralsnog weinig zorgen hoeft te maken. Het besluit tot concentratie is genomen op basis van vijf criteria, en het Rotterdamse ziekenhuis is het enige dat aan alle vijf de punten voldoet. ‘In veel gesprekken is het beeld bevestigd dat de positie van het Erasmus MC op dit terrein niet ter discussie staat.’
Leiden daarentegen moet blijven vrezen, omdat het als enige ziekenhuis niet voldoet aan twee criteria, volgens Kuipers. Het ziekenhuis heeft te weinig kinderhartchirurgen en beschikt niet over ‘het complete palet aan kindergeneeskundige subspecialismen’. Dat laatste bestrijdt Leiden fel en wordt nu dus nader onderzocht.
Voor Groningen is er meer hoop. Het besluit voor Utrecht boven Groningen is alleen genomen ‘omdat het UMC Utrecht op dit moment over meer behandelcapaciteit op de neonatale en kinderic’s beschikt’. Dat geeft het ziekenhuis een betere uitgangspositie om snel de kinderhartchirurgie te kunnen opschalen. Maar, schrijft de minister, ‘dit is als gezegd geen uitkomst van een puur kwantitatieve berekening, maar een weging die mede gebaseerd is op kwalitatieve factoren.’
Onzekerheid patiënten
In zijn brief hekelt Kuipers de opstelling van de ziekenhuizen, die in het openbaar naar elkaar uithalen om het eigen belang over het voetlicht te krijgen. Kuipers constateert dat ‘sommige bestuurders en professionals over en weer in de media elkaar de maat nemen. Dat geeft onzekerheid bij patiënten en hun naasten.’
Daarmee is het besluit over de kinderhartchirurgie en de emoties die loskomen bij een vraagstuk dat slechts zo’n 1400 operaties per jaar behelst, meteen een belangrijke testcase voor Kuipers. Het kabinet zet in het regeerakkoord sterk in op concentratie van hoogcomplexe zorg, het moet de komende jaren, naast betere patiëntenzorg, een besparing van 300 miljoen euro opleveren.
Daarbij komen er nog veel gevoelige dossiers op tafel. Te beginnen volgende maand, als de NZa met een langverwacht advies komt over de toekomst van de spoedeisende hulpen in Nederland. Alles wijst erop dat de NZa zal adviseren een fors aantal spoedeisende hulpen te sluiten. De verontwaardiging over dat vraagstuk, dat álle burgers in een regio aangaat, zal nog vele malen groter zijn.
Harde lobby noopt Kuipers tot uitstel sluiting kinderhartchirurgie in Leiden en Groningen - Volkskrant
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar