N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zeven vragen over fossiele subsidies De omvang van ‘fossiele subsidies’ – belastingvoordelen voor grote bedrijven – blijkt veel groter dan tot nu toe bekend: jaarlijks 37,5 miljard. Dertien subsidieregelingen helpen grootverbruikers van energie, scheepvaart, fossiele energieopwekking en luchtvaart.
37,5 miljard euro. Dat enorme bedrag zal de komende weken nog regelmatig voorbij komen. Op spandoeken in klimaatdemonstraties, in krantenkoppen, op tv. Volgens onderzoekers van drie milieuorganisaties loopt de Nederlandse overheid jaarlijks 37,5 miljard euro aan inkomsten mis door regelingen die het gebruik van fossiele brandstoffen bevoordelen, zo meldden zij maandag. En dat terwijl Nederland al in 2009 heeft beloofd om de belastingen beter af te stemmen op het klimaatbeleid.
Met de nieuwe schatting is de geschatte omvang van wat ‘fossiele subsidies’ worden genoemd in drie jaar gegroeid van 4,5 miljard euro in 2020, via 17,3 miljard en 30 miljard naar 37,5 miljard euro. Eerder kwamen verschillende andere milieugroepen en het kabinet zelf ook al met berekeningen, maar op al die rekensommen kwam steeds kritiek dat die óf niet volledig waren óf juist veel te ruim waren – afhankelijk van of je een tegenstander van de subsidies sprak of een voorstander. Milieudefensie, Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en Oil Change International kwamen daarom maandag met een, naar eigen zeggen, nog completere berekening.
Volgens de organisaties frustreren de financiële voordelen het klimaatbeleid. Waarom zou je als bedrijf besparen op het gebruik van fossiele brandstoffen, als dat zoveel overheidssteun oplevert? De drie onderzochten 31 regelingen in tien sectoren. De grootste ‘fossiele subsidie’, met 13,5 miljard euro, is de energiebelasting: grote bedrijven betalen relatief weinig belasting per eenheid energie.
Vrijwel zeker is dat tegenstanders van subsidies met dit nieuwe cijfer ‘aan de haal’ zullen gaan. Actiegroep Extinction Rebellion nam eerder ook al conservatievere schattingen over in zijn campagnes. Maar ook nu klinkt weer kritiek op ‘het getal’, onder meer van VNO-NCW, of alle sommen wel kloppen. En of de rekenaars zelf niet een belang bij hun ‘hoge uitkomst’ hebben: zij zijn immers tegenstander van de subsidies. Wat valt er van de nieuwe schattingen te maken?
1 37,5 miljard euro, is dat veel?
Het is een ongekend bedrag: 4 procent van de Nederlandse economie. En meer dan een tiende van het bedrag dat het Rijk jaarlijks int aan belastingen en premies. Het is ook meer dan het kabinet tot nu toe reserveerde voor klimaatbeleid. In het Klimaatfonds komt bijna 35 miljard euro beschikbaar voor „bijdragen aan de broeikasgasreductie”. Maar dat bedrag van 37,5 miljard is daarentegen vergelijkbaar met de winst die energieconcern Shell maakte in 2022 (zo’n 36 miljard euro).
2 Waarom komt dit bedrag nu naar buiten?
Fossiele subsidies zijn een belangrijk doelwit van de klimaatactivisten van Extinction Rebellion (XR). Op 9 september houden zij een demonstratie op de A12. Het is de achtste keer dat ze de snelweg willen blokkeren. De vorige keren droegen zij spandoeken mee tegen de 17,5 miljard fossiele subsidie. Naast de demonstratie maakt ook Prinsjesdag het thema actueel. Minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) liet in een reactie op het onderzoek weten dan zelf met nader onderzoek te willen komen naar fossiele subsidies en het klimaatbeleid.
3 Hoe kan de geschatte omvang van fossiele subsidies zo snel zijn opgelopen de laatste jaren?
Dat heeft vooral te maken met aangescherpte berekeningen. De eerste officiële schatting kwam in 2020 van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Na twee Kamermoties om in kaart te brengen welke fiscale prikkels de klimaatdoelen tegenwerken, onderscheidde EZK op basis van internationale definities dertien subsidieregelingen. Dat waren belastingmaatregelen die het gebruik van fossiele brandstoffen stimuleren of goedkoper maken. Het ministerie hing aan negen van de dertien een bedrag en kwam zo op 4,3 miljard euro aan ‘fossiele subsidies’.
Lees ook: Fossiele subsidies zijn troebel en hardnekkig: steekt Nederland jaarlijks echt 17,3 miljard in vervuilende industrieën?Vier regelingen, waaronder de energiebelasting, bleven blanco. Daarop stelde ex-Europarlementariër (PvdA) en economisch onderzoeker Alman Metten zich ten taak die posten te kwantificeren. Hij kwam in februari op 17,3 miljard, rekende verder met nieuwe informatie en meldde in maart een omvang van 30 miljard.
De drie milieuorganisaties brachten 31 regelingen in kaart, veel meer dan EZK en Metten. De grootste subsidiepost is energiebelasting (13,5 miljard), gevolgd door scheepvaart (6,7 miljard), fossiele energieopwekking (5,3 miljard) en luchtvaart (2,4 miljard ). In de luchtvaart en scheepvaart wordt geen (of veel minder) accijns geheven op brandstof.
4 Wat is het meest heikele punt?
Het gaat om zogenoemde ‘degressieve energiebelasting’. Die maakt gebruik op grote schaal van fossiele brandstoffen (olie, gas en steenkool) relatief goedkoop: hoe meer, hoe lager de belasting per eenheid energie. Uit het onderzoeksrapport blijkt dat 170 grootverbruikers van gas in 2020 goed waren voor 74 procent van het gasverbruik voor bedrijven, maar slechts 11 procent van de energiebelasting betaalden.
In 2020 liet EZK de post energiebelasting nog leeg. Volgens het ministerie was het destijds niet mogelijk om een goede vergelijking te maken (benchmark) hoeveel belasting bedrijven eigenlijk zouden moeten betalen op de verbruikte energie. Internationale subsidieregels stellen dat je hiervoor het tarief kan gebruiken dat particulieren betalen, maar, aldus critici, ga je voorbij aan mogelijke gunstiger tarieven die bedrijven kunnen bedingen bij leveranciers omdat ze op grote schaal inkopen.
5 Dat klinkt alsof de schatting van de drie klimaatorganisaties aan de hoge kant is?
Dat is zeker niet wat tegenstanders van vervuilende bedrijven vinden. Zo wijzen critici van de luchtvaart, goed voor minstens 3 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, op fossiele subsidies en regelingen die de onderzoekers hebben gemist. In het rapport staan twee regelingen voor de luchtvaart: kerosine is vrijgesteld van accijns en op vliegtickets wordt geen btw gerekend.
Maar carriers, vliegvelden en andere partijen in de sector worden op meer manieren gesubsidieerd. Zo gaat vanuit het Nationaal Groeifonds ruim 380 miljoen naar het ‘vergroenen’ van het vliegverkeer en luchtvaartmaatschappijen hoeven (nog) niet te betalen voor de meeste CO2-emissierechten in het Europese emissiehandelssysteem (EU-ETS). Dat laatste wordt de komende jaren wel aangepast. Volgens de Green Deal worden de ‘gratis’ CO2-rechten van de luchtvaart gaandeweg afgebouwd.
6 Hoe reageert de politiek?
Het kabinet rekent zelf nog (heel) even door. Demissionair minister Jetten laat via zijn woordvoerder weten dat hij op Prinsjesdag met zijn eigen „complete overzicht” komt van alle regelingen, inclusief een „totaalbedrag” aan financiële voordelen voor betrokken bedrijven. Hij doet dat mede op verzoek van de Tweede Kamer, die hem in december vorig jaar via een motie opriep definitief duidelijkheid te verschaffen.
Jetten wil zo’n „goed en eenduidig” overzicht hebben om verdere maatregelen te kunnen nemen, vindt hij. Ook het kabinet is voorstander van het afschaffen van fossiele subsidies – een aantal voordeeltjes is reeds beëindigd. Maar tegelijk is de regering beducht voor mogelijke gevolgen: de concurrentiepositie van Nederland kan verzwakt worden, waarschuwt bijvoorbeeld werkgeversorganisatie VNO-NCW. Volgens het ministerie kunnen ook ‘weglekeffecten’ ontstaan: vervuilende industrie verhuist naar een ‘vriendelijker’ land.
Jetten komt daarom tegelijk met zijn totaalplaatje over twee weken ook met een „impactanalyse”, waarin de gevolgen van afbouwen voor de industrie en Nederland worden beschreven. In Brussel pleit hij voor gezamenlijke afspraken om specifiek de energie-belasting af te bouwen, omdat dat „het meest effectief” zou zijn (lees: zodat niet een land een voordeel heeft versus een ander). Wel pleit hij voor vergaande actie: volledig afschaffen. De onderhandelingen hierover lopen in Brussel.
7 In hoeverre speelt dit in het buitenland?
Nederland is zeker niet het enige Europese land waar de fossiele subsidies royaal stromen. De Europese Rekenkamer kwam begin 2022 nog met een hard rapport waarin stond dat meer dan de helft van de EU-landen (15 van de 27) meer subsidie verstrekt voor fossiele brandstoffen dan voor hernieuwbare energie – waardoor het EU klimaatbeleid ernstig ondermijnd wordt. En in vrijwel al die landen gaat het met het afbouwen van die subsidies ook tergend langzaam. Nederland behoort in dit overzicht weliswaar niet tot de vijftien ‘achterblijvers’, maar dat is wel gebaseerd op een aanzienlijk lagere schatting van de fossiele subsidies dan de rekenaars nu becijferen. Relatief gezien, als percentage van het bruto nationaal product, gaf Nederland tussen 2008 en 2019 (de periode waarover het onderzoek ging) ook aanzienlijk minder uit aan hernieuwbare subsidies dan veel andere EU-landen.
Fossiele subsidies kosten elk jaar meer dan het hele Klimaatfonds - NRC
Read More
Tidak ada komentar:
Posting Komentar